Ziektes

Megabacterie (Macrorhabdus ornithogaster):
Dit is geen bacterie maar een gist/schimmel achtige ziekteverwekker die met name in de slijmlaagcellen en klieren van de kliermaag wordt gevonden. 

Klinische verschijnselen: Lusteloos, mager, zitten vaak op de voerbak en eten soms veel, soms slijmbraken, sterk vergrote maag (soms voelbaar onder de ribben). De sterk vergrote maag is een reactie op het verwoestend werk van de megabacterie op de wand van de kliermaag. De (zoutzuur) producerende klieren zijn grotendeels uitgeschakeld waardoor de natuurlijke voorvertering is verstoord. Als gevolg daarvan wordt de opname van voedingsstoffen in het maag-darmkanaal sterk verminderd, waardoor het dier vermagert. Wanneer de verse poep van een verdachte vogel op een stukje folie wordt opgevangen, zijn er gedeeltelijke of zelfs hele zaden zichtbaar (of als je de folie dichtvouwt en samendrukt voelbaar). Onder de microscoop wordt de aanwezigheid van de gist/schimmel staafjes vastgesteld.

Vanwege de verstoorde zuur barrière (pH van 0,7-2,4 kan stijgen tot 8-8,4) krijgen andere ziekteverwekkers (bacterie) de kans door te dringen tot in de darmen: Er ontstaat een menginfectie. Onder de microscoop kan door middel van een kleuring van de mest de aanwezigheid van een ziekteverwekkende bacterie al dan niet worden vastgesteld.

Behandeling van de megabacterie kan met Fungizone (1 ml op 1 liter water gedurende 21 dagen) of bij geen resultaat met het veel duurdere Itrafungol/Fungitrax (20 ml op 1 liter water). Deze vloeibare middelen lossen niet op in water maar geven een mengsel waarbij het middel uitzakt op de bodem van het drinkflesje/bassin, dit kan resulteren in slechtere opname en mede daarom is lang kuren vaak nodig. Alternatieven zijn toediening door middel van een kropsonde of door het rul maken van het eivoer met een mengsel van het vloeibare middel en een klein beetje water.

Bij een vastgestelde menginfectie wordt een mengsel van het breed spectrum antibioticum (zoals amoxy-active of synulox) met Fungizone in drinkwater of eivoer aangeraden.  

Aangezien de zaadvertering slecht is, is dagelijks voldoende eivoer geven essentieel om het dier weer op te laten knappen omdat ei en beschuit wel verteerd kunnen worden. Warmte (middels een ziekte kooi) helpt uiteraard ook om energieverlies door de vogel tegen te gaan zodat het dier volop aan herstel kan werken.

Aanzuren van water met een zuur (appelazijn, citroenzuur) heeft geen zin TIJDENS een megabacterie infectie en zou zelfs contra productief werken. Advies is gebruik van desinfectiemiddelen zoals F10SC en Halamid-d om drinkwater ziektekiem vrij te houden. Dit kan het hele jaar door gegeven worden.

Coccidiose en atoxoplasmose: (Dikke leverziekte)
De lever is bij de “dikke leverziekte” sterk vergroot en is soms als een donkere vlek onder de ribboog te zien. Met name bij coccidiose zijn al dan niet ook donkere darmlussen door de huid zichtbaar. Diarree, bol zitten en magerheid zijn veelvoorkomende symptomen van de aanwezigheid van deze parasieten. De parasieten van coccidiose blijven in principe in de darmen waardoor zwarte ontlasting wordt uitgescheiden. De eieren zijn vooral bij coccidiose in de ontlasting met de microscoop aantoonbaar.
Bij atoxoplasmose zitten de parasieten als “insluitlichaampjes” in de witte bloedcellen en kunnen door het hele lichaam verspreid zitten. Om dit aan te tonen wordt meestal sectie uitgevoerd op een ter plekke gedode of gestorven vogel. Na histologische kleuring onder de lichtmicroscoop worden de “insluitlichaampjes” in witte bloedcellen zichtbaar.   

Behandeling van coccidiose kan met Baycox (kortdurend, maximaal 3 dagen achter elkaar dan tussenpoze wegens nierschade) of een sulfamide.

Behandeling van atoxoplasmose moet middels langdurige toediening met een sulfamide worden gedaan en niet tijdens broedseizoen. Preventie met Baycox (werkzame stof toltrazuril)
Bij overdosering sulfamiden wordt de vitamine K productie van de vogel verstoord en ontstaan bloedingen en sterfte. Advies is om tijdens de rustperiode vitaminen toe te dienen (vraag advies vogeldierenarts)

Bloedluis en zwarte luis:
De bestrijding van deze kwelgeesten geeft veel problemen bij vogelliefhebbers. Advies van de vogeldierenarts is het inzetten van diverse middelen om resistentie te voorkomen en een gecombineerd effect te bereiken. Goede ervaringen zijn er met Oramec (ivermectine oplosbaar in drinkwater, 5ml/l water) gedurende 3 dagen) en Frontline (1 druppeltje op de vogel, ook de kuikens mogen behandeld worden). Maar ook wordt aangeraden de merken Birdifinect, Finecto, Elector etc. aan drinkwater.

Pokken/hapziekte:
Pokken worden veroorzaakt door het pokkenvirus. Dit virus bestaat in veel verschillende varianten, elk specifiek voor een vogelsoort of ondersoort.
Het virus komt binnen door wondjes in de huid of slijmvliezen. Dit kan tijdens een gevecht gebeuren, maar ook de steek van een insect kan het virus overbrengen.
Bij een besmetting met een zwak virus (voor die vogel) kan de enige uitingsvorm van de ziekte een bultje op de plaats van besmetting zijn.
Bij een sterker virus gaat de besmetting het hele lichaam rond. Er zijn verschillende ziektebeelden bekend:

Huidvorm/droge pokken
Deze wordt vooral gezien bij roofvogels en zangvogels. Er ontstaan bulten op de onbevederde huid rond ogen, snavel, neusgaten en aan de voeten. De bultjes, worden blaasjes die opengaan, er ontstaat een korst welke er na een aantal dagen tot weken afvalt. Bij ongecompliceerde besmettingen blijven geen littekens achter. Als in de open blaasjes besmetting met een bacterie of schimmel optreedt, kan de genezing ernstig vertraagd worden.
In sommige gevallen blijven de bultjes intact. Afhankelijk van de plek zullen ze problemen geven, of niet.

Natte pokken
Komt vooral voor bij papegaai- en parkietachtigen, sommige duiven en fazantachtigen. Hierbij ontstaan de pokken op het slijmvlies van de tong en keel. Deze geven problemen met eten en zelfs ademen. Ook bloeden ze gemakkelijk.

Vorm met bloedvergiftiging
Dit is de meest dodelijke vorm. Het komt vooral voor bij kanaries en vinken. Het virus zorgt voor een longontsteking en de vogels zijn erg benauwd, ze ‘happen’ naar lucht (hapziekte). De vogels zijn acuut ziek, ze zitten bol, stoppen met eten en het grootste deel (70% tot wel 99%) sterven binnen 3 dagen. Er zijn vaak geen pokken op de huid te zien, daarom is de diagnose tijdens het leven moeilijk te stellen. De ziekte kan ook langzamer gaan, de vogels sterven dan vaak na enkele maanden.

Tumoren
Sommige pokkenvirussen kunnen de gevoeligheid voor tumoren vergroten. Dit komt vooral voor bij zangvogels en duiven. De tumoren zijn snelgroeiende wratachtige woekeringen die gemakkelijk bloeden. De therapie is verwijdering door chirurgie.

Diagnose
Bij de huidvorm is het vaak aan het uiterlijk al een zeer waarschijnlijke diagnose. De natte vorm en die met bloedvergiftiging is moeilijker. Hier moet het virus in de cellen aangetoond worden.

Behandeling
De behandeling bestaat uit het voorkomen van bijkomende besmettingen met bacteriën en schimmels. Tegen het virus zelf is geen behandeling
Inenting is mogelijk. Momenteel wordt echter het vaccin niet meer aangemaakt. Dit beschermt een klein jaar. Vogels die al een besmetting onder de leden hebben, mogen niet ingeënt worden. De verschijnselen kunnen dan verergeren.

Bornavirus:
Is een virus wat in de zenuwen gaat zitten. Met name in de zenuwen van de kliermaag waardoor er slechte vertering gaat optreden. Geeft vaak zelfde symptomen als megabacterie.
Testen middels bloedonderzoek op antilichamen. Na drie maanden een tweede bloedonderzoek of de antilichamen zijn verminderd.
Komt voor bij grote papegaaien en Afrikaanse parkieten soorten.